De aardappelsoep
van mijn
grootvader

Schil 200 gram aardappelen en de wortelen, pel het knoflookteentje en haal de selderijstengel af.

Doe de ingrediënten in een steelpan, voeg de kervel en de peterselie toe en giet er ongeveer 2 liter water bij zodat alles onder staat.

Breng aan de kook en laat ongeveer 1 uur koken.

Giet de aardappelen af en zet ze weg.

Doe de aardappelen, boter, de resterende slagroom, melk, amandelcrème samen in een steelpan.

Breng aan de kook en laat 10 minuten doorkoken, onder voortdurend roeren.

Blender, voeg desgewenst nog wat room toe en breng op smaak .

Breng 150 gram slagroom aan de kook en voeg het amandelpoeder toe.

Doe een deksel op de pan en laat trekken 20 minuten trekken .

Leg de aardappelschijfjes tussen twee siliconenmatjes en laat ze in de oven 1 uur drogen bij 120 °C.

Snijd 150 gr.

champignons in fijne brunoise.

Snijd de truffel met behulp van een mandoline in plakjes van 1 mm en steek rondjes van 1,5 cm uit.

Hak de rest van de truffel fijn.

Fruit de champignons in een klontje boter in een koekenpan.

Roer de gare champignons en truffel met een eetlepel crème fraîche door elkaar.

Meng de gedroogde paddestoelen.

Snijd de rest van de champignons met een mandoline in plakjes van ongeveer 2 mm en steek er rondjes van 1,5 cm uit.

Bestrooi de schijfjes voor de helft met wat champignonpoeder.

Bestrooi de schijfjes voor de helft met wat champignonpoeder.

Verwarm de soep en pureer deze met een staafmixer.

Leg in een soepbord met behulp van een ronde steker (ø 3 cm) een rond torentje van duxelles.

Maak hierop een rozet van aardappel- en truffelschijfjes.

Schik drie schijfjes bepoederde champignons mooi op de rand van het soepbord.

Schenk ten slotte de soep rond de duxelles.